De articulator kan worden gebruikt om de beetgeleiding te controleren. Gebruik de instellingen aan de rechterkant in de Inspector om kaakbewegingen te simuleren en een beetopening en de individuele parameters (condylaire neiging, Bennett-hoek, hoektandgeleiding) aan te passen aan de specifieke patiënt:
Klik op de volgende stap om de plaatsingsrichting te bepalen.